Ik zei altijd dat ik het belachelijk vond dat ouders hele discussies stonden te voeren met hun peuter. Maar nu Nomi 2,5 is betrap ik me er steeds vaker op dat ik toch in discussie ga met haar. Vaak kap ik het vrij snel af, maar toch lukt het haar iedere keer weer om me zover te krijgen dat ik met haar aan het discussiëren ben.

Een kleine politica

Laatst waren we bij mijn ouders op de camping en daar had Nomi net een ijsje op. Er liepen kinderen langs met een ijsje en Nomi wilde er ook één. ‘Nomi ook ijsje?’ ‘Nee Nomi, jij hebt er net één gehad.’ ‘Nomi niet ijsje had.’ ‘Je hebt toch net een ijsje gegeten?’ ‘Nee.’ ‘Jawel, je had net een roze ijsje.’ ‘Nomi niet roze ijsje gehad. Nomi ijsje hebben?’ Ik moest er wel om lachen, maar ze is me ontzettend aan het uitproberen. Natuurlijk kreeg ze niet nog een ijsje, maar ze deed er erg hard haar best voor.

Aankleden

Kleding is echt Nomi’s ding. Ze is gek op kleding, zowel bij haarzelf als bij anderen. Vooral jurkjes vindt ze heel mooi. Toen we laatst op de peuterspeelzaal kwamen, zei ze meteen dat de leidster een mooi jurkje aanhad. Heel leuk, maar het zorgt ook wel eens voor discussies.

‘Nomi jurkje aan mama.’ ‘Ja prima, maar eerst je romper.’ ‘Nee. Te warm voor romper.’ ‘Nee zo warm is het niet, we doen gewoon een romper aan.’ Daar gingen we weer.. ‘Neeheee Nomi romper niet aan! Te warm voor romper!’. Uiteindelijk gaf ik haar haar zin en deed ik haar een onderbroek aan. En dat zorgde voor de volgende discussie.

Onderbroek

‘Kijk Lenn, Nomi mooie onderbroek aan’. Het kon Lenn niet zoveel schelen, en als snel bedacht Nomi dat ze haar oma haar onderbroek wilde laten zien, want daar zou ze naartoe gaan. ‘Ja prima, maar je kunt niet iedereen je onderbroek laten zien. Alleen aan papa, mama, Lenn, opa en oma’. ‘En Lisse’ (haar nicht). ‘Ja dat mag ook.’ ‘En Silke’ (mijn zusje). ‘Ja hoor, maar niet aan mensen die je niet kent. ‘En bakker’. ‘Nee, niet aan de bakker.’ ‘En groenteboer.‘ Ik wist niet zeker of ze nou haar knuffel bedoelde die ze van de groenteboer heeft gekregen, of de groenteboer zelf. ‘Nee Nomi, in de stad hoef je niet je onderbroek te laten zien.’ ‘Toch wel.’ Pff…

Te hard rijden

Ik heb geen idee hoe ze hierbij komt, maar ik denk dat Bart er iets mee te maken heeft. Laatst zaten we in de auto en Nomi had weer ergens een mening over. ‘Mama?’ ‘Ja?’ ‘Mama heel hard rijden.’ ‘Nou dat valt wel mee hoor, ik rijd niet te hard’. ‘Wel mama! Mama te hard rijden!’ Ik besloot er maar niet op in te gaan, want ik voelde al een peuterpuberbui aankomen. ‘Mama zachtjes rijden!’ ‘Nee Nomi, ik rijd niet te hard. Zo hard mag ik hier rijden.’ ‘Nee mama zachtjes rijden!’ en even later zei ze ‘Nomi boos.’ En toen we thuis kwamen zei ze meteen tegen Bart ‘Mama heel hard rijden!’..

En op deze manier lukt het haar toch iedere keer om een discussie uit te lokken, terwijl ik me nog zo had voorgenomen om het niet te doen. Maar ach, achteraf gezien is het vaak ook best grappig.

Voer jij wel eens discussies met je peuter?