Lang geleden zei ik dat ik nooit zou gaan liegen tegen mijn kinderen. Dat is een leuk voornemen, maar in werkelijkheid kwam daar weinig van terecht hier in huis. Écht grote leugens vertellen doe ik trouwens niet, maar een klein leugentje kan bepaalde dingen soms wat makkelijker maken. Vandaag deel ik een paar van dat soort leugentjes met jullie.
Deze leugentjes vertelde ik mijn kinderen de afgelopen tijd:
1. ‘Papa en mama gaan ook naar bed’
Elena heeft de laatste tijd vaak helemaal geen zin om naar bed te gaan en ze gaat regelmatig haar bed weer uit. Toen ze laatst wakker werd op het moment dat ik naar bed wilde gaan, zei ik ‘ga maar slapen, mama gaat ook naar bed’. Dat werkte erg goed, en als ik nu zeg dat ze moet gaan slapen, vraagt ze regelmatig of wij ook gaan slapen. Dus nu zeg ik regelmatig om half 8 ’s avonds dat papa en mama ook naar bed gaan.
2. ‘Dora moet ook naar bed’
Na het avondeten blijft de televisie hier meestal uit totdat de kinderen in bed liggen. Elena doet de laatste tijd erg hard haar best om toch nog even televisie te mogen kijken. ‘Maar ik wil nog Dora kijken!’ zegt ze dan. ‘Maar we kunnen nu geen Dora meer kijken, Dora gaat ook naar bed!’. Ik heb niet het idee dat ze het nog helemaal gelooft, maar ze stopt wel met zeuren!
3. ‘Laat je pink eens voelen’
Ook mijn kinderen liegen wel eens, en ik heb ze laten geloven dat ik aan hun pink kan voelen wanneer ze liegen. ‘Heb je je handen gewassen?’ ‘Ja.’ ‘Laat je pink eens voelen dan?’ Terwijl ik een pink vasthoud die nog helemaal onder het zand zit, vertel ik Lenn dat ik kan voelen dat hij liegt. Nomi trapt er helaas niet meer in, maar bij Lenn en Elena werkt dit nog prima.
4. ‘Och nee, kijk nou hoe laat het al is!’
Dit is ook weer iets wat heel goed werkt bij jonge kinderen, maar vanaf het moment dat ze klok kunnen kijken, werkt het natuurlijk niet meer. Daarom gebruik ik dit nu alleen nog wanneer Nomi mag opblijven, en Lenn en Elena gewoon op tijd naar bed gaan. Om kwart voor 7 zeg ik dat het al bijna half 8 is, en dan snapt Lenn wel dat hij echt naar bed moet.
5. ‘Nomi moet nog even lezen en dan gaat ze ook naar bed’
Als je in groep 4 zit, wil je natuurlijk niet meer altijd tegelijk met je broertje van 5 en je zusje van 3 naar bed, en dat snap ik ook wel. Nomi gaat altijd nog even lezen voordat ze naar bed gaat, en daar maken we wel eens een beetje misbruik van. Nomi gaat lezen, ondertussen brengen we Lenn en Elena naar bed, en daarna mag ze soms nog eventjes opblijven.
6. ‘Dit lust je niet, dit is heel scherp’
Ik heb niet altijd zin om mijn eten te delen met mijn kinderen, zeker niet als ze net een koekje hebben gegeten. Dus als ze dan vragen wat ik aan het eten ben (in de hoop dat ze ook een hapje mogen) zeg ik ‘Dit lust je niet, dit is heel scherp’. En dat werkt hartstikke goed!
7. ‘Van de korstjes groei je het hardst’
Je kent het misschien wel, kinderen die zeggen dat ze hun eten op hebben terwijl de broodkorstjes er allemaal nog liggen. Die hoeven ze van mij niet perse op te eten, maar ik probeer ze wel een beetje te motiveren om dat toch te doen. Want; ‘van de korstjes groei je het hardst!’
8. ‘Mama’s zien alles!’
Terwijl ik om 8 uur ’s avonds in de gang sta om te luisteren wat Nomi en Lenn aan het doen zijn, hoor ik Lenn voor de zoveelste keer zijn bed uitklimmen, terwijl we hadden gezegd dat hij in zijn eigen bed moet blijven. ‘Lenn, ga terug in je eigen bed!’, roep ik. ‘Hoe weet je dat nou?’ roept hij terug. ‘Mama’s zien alles!’.
Welke leugentjes vertel jij je kinderen wel eens?